#721 Grote jongen (grote meid)

Het parcours voor de skelters bestaat uit een route gemaaid gras. De voertuigen, blauwe frames met rode stoeltjes staan zij aan zij geparkeerd in een gedeelte hoger gras aan het begin van het parcours. Sommige skelters hebben twee stoeltjes. De oudste minimens kiest er eentje uit en begint met wat hulp van de sous-chef aan het parcours. Het lukt wel. Het lukt niet. Het lukt wel. Het lukt niet. Ze komt net een centimeter of twee beenlengte tekort om de slag met de trappers van de skelter echt lekker te kunnen maken. Halverwege het parcours, de sous-chef is inmiddels met jongste minimens aan het kijken of hij zelf op een skelter wil, of ergens achterop wil zitten, zie ik dat een meedraaiende trapper de druk trappende kleine meid ook niet echt helpt. Ik duw haar twee rondjes over het parcours, waarna ik zelf wel weer terug wil naar mijn tafeltje op het terras grenzend aan de uitgestrekte speelweide. Mijn dubbele espresso zal inmiddels wel klaarstaan.

Ik zie mijn vriend met zijn jongste op schoot zelf een skelter besturen en halverwege tot de ontdekking komen dat zijn trappers in een hoek van 90 graden staan. Dat maakt het er ook niet makkelijker op. De dubbele espresso, een thee, twee cappuccino’s en vier aanmaaklimonades staan inmiddels op ons tafeltje. De vier kinderen blijven op de speelweide en vinden zelf hun weg op een springkussen en klimtoestellen, de vier volwassenen kijken ernaar, praten erover, drinken en checken de kaart op lekkere taart.

De zon begint feller te schijnen, tafeltjes om ons heen zijn inmiddels ook bezet en de speelweide wordt gedeeld met meer kinderen. De taartjes zijn al een tijdje op en de espresso en cappuccino zijn net vervangen door lokale witbiertjes wanneer ik de oudste minimens opeens ons tafeltje voorbij zie stuiven in de richting van een net aangekomen gezin. We horen haar nog net zeggen ‘ik ga een grote jongen zoeken!’, terwijl ik de sous-chef aankijk en we haar samen verbaasd nakijken. Zonder twijfel stiefelt ze inderdaad op de zoon uit het gezin af, ik schat hem een jaar of acht, en knoopt een gesprekje aan. Waar het over gaat zien we niet, maar het duurt niet lang of de achtjarige loopt gehoorzaam achter de vierjarige aan de speelweide op.

Even verliezen we ze uit het oog, maar als ik me een minuut of twee later omdraai om te kijken waar de dochter inmiddels uithangt, zie ik haar al glunderend op een zijstoeltje van een skelter zitten, haar armpje om de rode stoel geslagen, waarop de opgeduikelde achtjarige chauffeur haar over het parcours loodst. Wanneer je benen nog niet helemaal lang genoeg zijn, zoek je gewoon langere benen. Grote meid.

#720 Poep

Teleurstelling alom toen ik de oudste minimens bij thuiskomst antwoordde dat we vandaag ‘nasi’ zouden eten. Er werd gevraagd om aardappels, nog steeds de favoriet. Die stonden vandaag niet op het menu. Direct tranen. Geen Oscarwaardig materiaal deze keer. Die nasi zat in één van de witte plastic bakjes met doorzichtig deksel die in de koelkast stonden. Overblijfsel van de Vietnamese rijsttafel voor vier personen van gisteren. Genoeg voor de rest van de week dus.

Verbaasd was ik wel over die tranen, naast een lichte irritatie. Ze had immers laatst nog van hetzelfde type rijsttafel meerdere borden nasi naar binnen gewerkt. Op de iconische menukaart van nostalgische restaurants als deze, wit papier met donkergroene letters en nummers voor de ongeveer zevenhonderdvierentwintig verschillende gerechten zijn tegenwoordig ook geheel in stijl ongeveer achtendertig verschillende iconen voor allerhande typen allergieën n te vinden. Zo ook het voor ons inmiddels ingeburgerde gluten-icoontje. Glutenvrije nasi dus.

Toen er een paar scheppen uit het witte plastic bakje in haar nieuwe regenboogbakje werden geschept was er opeens weer herkenning. Aaah, nasi, zeiden haar ogen! ‘Dat lust ik wel!’ Riep ze. Ja dat zei ik toch net al, bromde ik in mezelf. Haar broertje zat inmiddels met opgestroopte mouwen een bak bami naar binnen te schuiven, gisteren geleerd van zijn grote nicht. Ook de overgebleven voorraad kroepoek had hij zich inmiddels volledig toegeëigend en lag streng bewaakt pal naast zijn bakje bami. ‘Neehee, kroepoek!’, had ik de sous-chef ergens in de verte, terwijl ik bezig was met de nasi van zuslief al een paar keer horen zeggen. Toen de stapel knapperige garnalenchips van de mini-popeye echter op was, draaide hij zich om en keek vragend naar het aanrecht: ‘Mag ik nog een beetje poep?’

#719 Naaierij

Het woord ‘crisis’ mag van mij voorlopig op de kaartjes van een verboden-woorden-bingo. We rollen van de ene in de andere en het einde is nog niet in zicht. Nu gaat er veel aan mijn geprivilegieerde deur voorbij, dat moet ik eerlijk bekennen, maar toch, er is geen ontkomen aan. Ik hoef ze niet eens meer op te sommen, sla een willekeurige krant open en ze vliegen je om de oren, die crises.

In diezelfde kranten staan berichten waar ik me eigenlijk geen voorstelling van kan maken zo abstract voelt het. 327 miljard las ik de afgelopen dagen. Ook op de interwebs flitste dit astronomische bedrag voorbij als meme met bijvoorbeeld een kek fotootje van Mark Rutte inclusief zijn bekende prodent smile. Ondertitel bij zo’n plaatje uiteraard het inmiddels net zo grijsgedraaide gaaf land. Het kan crisis de hand schudden.

Met 327 miljard zou diezelfde Mark heel wat crises in een klap kunnen oplossen, of toch op zijn minst een beetje vlot kunnen trekken. Een armoedecrisis bijvoorbeeld, die door zijn incompetente roversbende in wisselende samenstellingen de afgelopen jaren door moedwillig beleid is ontstaan. Wie hard werkt verdient geen geldzorgen was te lezen op de posters in de laatste anti-campagne van de ideologisch arme club corpsmaatjes. Een recent rapport van de SCP maakt echter pijnlijk duidelijk dat er een grote en groeiende groep hardwerkende mensen is die ondanks dat hun kids iedere dag zonder eten naar school moeten sturen. Allemaal vanwege het beleid van weledele heer Marky Mark en z’n nette vrinden.

327 miljard, dat was de winst die namelijk rechtstreeks terugvloeide in de zakken van Mark zijn grootste fans (of idolen). De DGA’s, de Captains of Industry’s, de Übers die hij samen met Neelie Kroes met allerlei obscure belastingvoordelen naar Nederland lokte, de aandeelhouders, de aandeelhouders, de aandeelhouders. Alles voor de aandeelhouders. Geld wat nooit in omloop komt in onze samenleving, laat staan er aan ten goede komt. De grootste winst sinds het CBS is begonnen met meten. 327 miljard, volledig verdampt voor ongeveer 97% van de Nederlandse bevolking die niets rest dan schoorvoetend te accepteren dat een komkommer de afgelopen week weer tien cent duurder is geworden. Iets met inflatie zeggen ze dan.

#718 Kriebels over lentekriebels

Het was afgelopen week de Week van de Lentekriebels, en die ging niet helemaal geruisloos voorbij. Ook aan mij niet. Laat ik beginnen met ook hier weer te benadrukken dat we leven in een wereld gericht op mannen. Dat werd deze week weer eens pijnlijk duidelijk. Voor heteroseksuele cis-mannen is het leven overzichtelijk. De wereld waar wij als dat soort mannen in leven is namelijk op onze wensen afgestemd en daar zijn door de jaren heen talloze systemen voor opgetuigd en zorgvuldig onderhouden. Dat seks in de basis draait om het plezier voor mannen en uiteindelijk om het voortbrengen van nageslacht is een voorbeeld van zo’n onzichtbaar en in veel culturen genormaliseerd systeem.

Mannen zoals ik krijgen tijdens hun jeugd namelijk nergens echt op lekkere wijze ook maar iets uitgelegd over dat seksualiteit met name draait om plezier voor iedereen die er tijdens een sessie (in welke samenstelling dan ook) aan meedoet. Het gaat vooral om het uiterlijk van geslachtsdelen (piemels vooral, die zijn ook goed zichtbaar aan de buitenkant) en de technische kant van het verhaal. ‘Dit is een piemel, dat is zaad, en daar kunnen kids van komen’. ‘Doe iets met een condoompje’. Dat soort werk. Voor de rest moeten die mannen het ook maar uitzoeken en verzand het gesprek op jonge leeftijd al snel in wat ongemakkelijk gelach of opschepperij als er überhaupt al een gesprek plaatsvindt. De verdere scholing verloopt vooral via eigen onhandige ervaringen (geen benul van ook maar het bestaan van een clitoris en waar die voor dient…) en vooral via: porno.

Dat is overal en altijd beschikbaar, zelfs wanneer je er niet actief naar op zoek bent komt het voorbij. Zelf deed ik daar gretig aan mee, al ging dat meestal meer om foto’s van mooie vrouwenlichamen, niet zozeer om porno. Ikzelf kan daar ook meer van genieten dan van platte porno, al vliegt dat ook zo nu en dan heus voorbij. Maar toch, het is een dunne scheidslijn. En, wanneer je puber bent en dat soort dingen voor de eerste keer ziet zijn gedachten als ‘Oh dus zo ongeveer gaat dat’ veel aanwezig. Enter: onzekerheid. Nu is porno natuurlijk niet perse gericht op het genot van de vrouwen die je erin ziet. Dat hoef ik niemand te vertellen. Dus daar begint het uiteenlopen van de belevingswerelden. En dat zal anno 2023 met kinderen die opgroeien met gemiddeld dertien schermen per persoon en internet op lichtsnelheid nog veel vroeger gebeuren dan twintig jaar geleden. Alles is vrijelijk beschikbaar in een paar clicks. Er is geen ontkomen aan.

Later leer je dan wat bij door je eigen gestuntel in bed en begin je te begrijpen dat er misschien ook wel wat zit in het genot voor de andere kant, maar dan zit je al rijkelijk laat in je seksuele opvoeding. Sterker nog, misschien ben je zelfs al wel een jaar of wat ‘volwassen’. In mijn geval was dat zo. En dan kom je dus in een positie waarin je dingen moet gaan afleren. Dat is altijd moeilijker dan dingen vanaf het begin af aan een beetje handig doen. Dingen anders zien, anders doen. Dat er meer is dan dat je tot nu toe weet en hebt ervaren. Dat je daar zelfs over kunt praten met degene waar je seks mee hebt om te checken of het allemaal wel een beetje op elkaar aansluit. En zelfs dan blijft het moeizaam en vaak ergens in een hoekje van kwetsbaarheid en schaamte zitten. 

Meisjes, vrouwen, groeiden (en groeien in veel gevallen) op met het idee dat seks vooral iets is waar je zwanger van kunt raken. En dat je voorzichtig moet zijn. Dat seks ook vooral iets is waar je zelf plezier aan kunt en mag (moet!) beleven is iets wat in weinig opvoedingen en schoolcarrieres voorkomt. Tel daarbij op de nog steeds heersende mores als ‘een vrouw met veel bedpartners is onzedelijk’, een paar ontzettend onwetende en egoïstische (zie uitleg hierboven) puberale bedpartners en je hebt een seksuele leerschool die mijns inziens volledig de plank misslaat. Verder is de vrouw in dat geval altijd de kwetsbare partij legde de sous-chef laatst nog eens helder uit en je hebt volgens mijn een giftige cocktail van jewelste waarin eigenlijk niemand echt goed weet of snapt waar ie nu mee bezig is en wat dat voor de ander betekent. Wat ik wel weet is dat dit een wereld vol onzekere zoekende types oplevert die niet stevig in hun schoenen staan wat seksualiteit betreft en dus ook maar weinig besef hebben van wat hun grenzen überhaupt zijn, laat staan dat ze deze goed kunnen aangeven. Het is een harde leerschool die veel kwetsbare en zoekende kinderen, tieners én volwassenen oplevert. Echte kwetsbaarheid in een wereld waarin gevaar op de loer ligt van mensen die daar bewust misbruik van willen maken. Kwetsbaarheid door onwetendheid.

Daarom juich ik het denk ik alleen maar toe dat kinderen gedegen worden opgevoed met het idee dat hun lichaam iets moois is waar je van alles mee kunt. En dat anderen dus ook zo’n lichaam hebben. Dat er verschillende manieren van aanraken zijn. Fijn en minder fijn. Dat er er verschillen zijn tussen lichamen en dat de een dingen meer of minder fijn vindt dan de ander en dat je dat met elkaar dient af stemmen. Door erover te praten. Kinderen zijn namelijk niet achterlijk. Die zijn zich echt wel bewust van hun lichaam. Ik weet nog goed dat dat de oudste minimens al ruim een jaar geleden, drie was ze, op het aankleedkussen giechelend aan me vroeg ‘Wil je dat nog een keer doen?’, toen ik haar vagina met een washandje schoon maakte. Een bijna dagelijks ritueel wat meteen tot een helder inzicht leidde. Kinderen slaan zelf heus aan het ontdekken. En veel eerder dan dat ouders doorhebben, of door willen hebben. En dan kun je ze maar beter positieve kaders meegeven waardoor iedereen de waarde van het eigen lichaam snapt en hoe zich dat verhoudt tot andere lichamen en hoe je daar samen ook plezier aan kunt beleven. Geen schaamte, geen onwetendheid, geen onzekerheid, geen kwetsbaarheid. Deze weg levert veel meer bewustzijn en respect op dan de weg die we tot op heden met zijn allen bewandeld hebben. Je weet wat de mogelijkheden zijn, je hebt dit aan de hand van je eigen lichaam al zelf ontdekt en bepaalt daarna zelf wanneer en met wie je toe bent aan verdere stappen. Zonder dat die stappen nog bedekt liggen onder een sluier van misinformatie en negativiteit. Dat begint al met kleine dingen, zoals het normaliseren van elkaars lichaam en je bewust zijn van elkaars naaktheid.

Ik moet daarbij altijd denken een collega van mijn leeftijd die het echt van de zotten vond dat ik met onze kids douche, of überhaupt naakt bij ze in de buurt ben. Daar kun je lacherig over doen, maar dat soort dingen zijn voor mij wel de kern van de hypocriete preutsheid waarmee het systeem van de mannenwereld in stand wordt gehouden. En hier vinden (streng)gelovigen en extreemrechtse types elkaar in hun kijk op de wereld. Het is voor mij dan ook geen enkel toeval dat deze week op social media in bijvoorbeeld fragmenten van Dave Roelvink een stukje wordt gedeeld van een verbolgen Denk kamerlid. Even los van het feit of het wel of geen waarheid betreft in dat fragment (ik weet niet welke interpretatie van het Rutgers lesmateriaal er hier exact voorgelezen wordt), vind ik het kwalijk dat mensen met een groot bereik als diezelfde Dave Roelvink (en eerder ‘Momfluencer’ Kim Feenstra) en met hem Rumag (met een supergroot bereik), iets wat door een individu gezegd wordt in de tweede kamer al een soort garantiestempel wordt gebruikt. Het echte gesprek wordt met dit soort fragmenten doodgeslagen en er ontstaat een wildgroei aan wilde verhalen. Terwijl iedereen de debielste dingen mag zeggen in de tweede kamer, zie Dhr. Baudet. Die de afgelopen week dagenlang de meest bizarre complotten staat te verkondigen over de week van de Lentekriebels. En het is vreemd dat in dat soort fragmenten en geroep door die op het schild gehesen influencers nooit even gewezen wordt op het feit dat alle echte lesmaterialen en lesbrieven en uitleg en weet ik veel wat nog meer gewoon vrijelijk te vinden en na te lezen zijn op de website van Rutgers.

Dat partijen als Denk, die vrij dogmatische islamitische roots heeft, hier partijen als Forum, PVV en SGP als medestanders vindt is inmiddels een patroon. Die vinden elkaar namelijk wel vaker, als het bijvoorbeeld gaat om wetten over het recht op abortus en meer rechten voor LHBTI+ mensen. Daar zijn ze zacht gezegd niet bepaald voorstander van. Zij houden graag die preutsheid in de wereld. De onwetende (onderdrukte) vrouw waarin de man bij voorkeur alles bepaald. Dat is de ultrakorte samenvatting, dat weet ik, maar toch. In andere delen van de wereld komt dit nog steeds tot uiting in bijvoorbeeld vrouwenbesnijdenissen en andere fysieke manieren van onderdrukking. Dit is voor mij onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat ze als paradox dan betogen dat ‘Kinderen beschermd moeten worden’ vind ik inmiddels misselijkmakend. Beschermen zit hem juist in het verhogen van de kennis. Het normaliseren van het lichaam op een positieve manier. En het leren kennen en respecteren van elkaars grenzen. Beschermen zit hem niet in het dom houden van kinderen en het niet respecteren van vrouwen en hun lichamen. Daarmee houd je die kwetsbaarheid juist in stand. Kwetsbaarheid waar vaak ook nog eens systematisch (!) misbruik van wordt gemaakt in de eigen religieuze gelederen (zie bijvoorbeeld het al decennialang doorsudderende wijdverbreide misbruikschandaal in de katholieke kerk).

Ik hoop dat ik mijn kids zowel dit allemaal mee kan geven, als een beeld dat de wereld niet bestaat uit mensen die er allemaal zo over denken als ik dat doe. En dat ze daar altijd over hierover kunnen blijven praten. Want het is niet makkelijk. En het ene kind is het andere niet. En daarom is dat altijd maatwerk en is het inderdaad vaak niet plat te slaan in ‘Vanaf 4 jaar zeggen we dit en vanaf 5 jaar zeggen we dit’. Dit ligt aan het kind. Ieder kind, ieder mens heeft hierin een eigen snelheid. Daarmee heeft het onderwijs een moeilijke taak te vervullen op het moment. Je hebt je immers ook altijd te verhouden tot de wereld om je heen. We hoeven niks te propageren of te stimuleren, maar hebben wel een ontzettend belangrijke rol in de bewustwording. Bevrijding begint met bewustwording.

#717 Nieuwe schoenen

‘Ik kan het niet meer binnen houden!’ zegt de oudste mini met een pruillip. En voor die woorden over die trillende lippen gerold zijn volgen de tranen al. Het is bedtijd en de volgorde van handelen is al wat anders dan anders. Er hing wat in de lucht. De tanden werden als eerst gepoetst. Gevolgd door een plas. Nog geen pyjama te zien. En toen begon het gedraal. Er vlogen wat kledingstukken door de lucht. Maar de schoenen bleven aan. ‘Die doe ik zo wel uit’, zei ze standvastig.

Na die opmerking maakte ik me al op voor een fijne discussie over waarom het niet zo’n heel goed plan is om met schoenen aan naar bed te gaan. In mijn hoofd zocht ik al naar argumenten en vond er eigenlijk verbazingwekkend weinig. Maar, voor ik mijn kant van de zaak kon belichten waren de schoenen toch al uit en verscheen er zelfs een pyjama ten tonele. Klus geklaard, gevaar geweken en mijn lichaam ontspande. Te vroeg.

‘Ik kan ze ook nog wel even aan met mijn bloten voeten, dat kan best’ zegt ze tegen me terwijl ze haar hoofd een tikkeltje schuin houdt. Ik ben meteen weer alert en voor ik het goed in de gaten heb is de eerste ‘Nee, dat gaan we niet doen!’ er al uit. En ziedaar, waterlanders in aantocht. Kwaad geschied. Groot verdriet om nieuwe schoenen die nog veel te groot zijn, toch heel even aan mochten en nu blijkbaar al de magische uitwerking hebben die over 25 jaar resulteert in een collectie waar haar moeder zo nu en dan zelfs iets uit komt lenen.

#716 Ruimte scheppen

Ik weet niet hoe het met anderen zit, maar ik ben gehecht aan ruimte. Alle soorten ruimte. Ruimte in huis bijvoorbeeld, wat tegenwoordig nogal een uitdaging is met rondslingerende speelgoedauto’s, stapels voorleesboekjes, en bergen knuffels naast het toch al aanwezige klimhuis midden in de woonkamer. Iedere dag gaan we meermaals als een soort bezemwagen met zijn allen door het huis om plaats te maken. Voor een nieuwe speelronde vooral. Dat wel.

Ruimte om te kiezen ook vooral. Om niks te doen bijvoorbeeld. Of juist heel veel. Ruimte in mijn hoofd. Is dat echte ruimte? Of zit dat vooral, nou ja, in je hoofd. Om die specifieke ruimte te beschermen heb ik een afweermechanisme ontwikkelt. Als me een vraag wordt gesteld, waar ik niet eens goed naar luister, of niet helemaal van in de gaten heb wat er van me wordt verwacht, maar waarvan ik wel een snelle inschatting maak dat het me tijd gaat kosten op een tijdstip dat ik eigenlijk al gereserveerd heb voor iets anders (bijvoorbeeld: niks), kruipt mijn brein terug in de loopgraven. Gevaar ligt op de loer.

Het enige wat er dan vaak nog uit mijn mond komt is: ‘nee!’, of een wat uitgebreider ‘nee, daar heb ik geen zin in’, of soms in vragende vorm ‘moet dat echt vandaag?’, het antwoord al wetende. Wat ik ook weet is dat ik na een korte interne evaluatie meestal snel naar die witte vlag grijp en al zwaaiend die modderige loopgraaf weer uitklim. Het besef dat een samen een dakkoffer uitzoeken en daar heel even over praten geen zes weken hoeft te duren daalt dan vanzelf in. Want die dakkoffer is na de laatste nou-dat-past-maar-net-ervaring tijdens een minivakantie met twee minimensen meer een must dan een luxe. Ruimte! Ook op het dak van de auto.

#715 Narcissen

De sous-chef en ik hebben onszelf teruggetrokken in de keuken. Een klein vacuüm in ons normale dagritueel. In de woonkamer zijn de twee mini’s in plaats van het geplande filmpje op deze tijd druk in de weer met net verkregen nieuw speelmateriaal. Een plastic dierenambulance met tekenen van intensief gebruik en een modelauto nog nieuw in de doos. Een vrijgevige collega die zich klaarmaakt voor een verhuizing. Deze objecten zijn niet genomineerd om mee te gaan naar de nieuwe stek. Met luid gejuich werd het materiaal ontvangen bij binnenkomst eerder. Nieuwe energie werd meteen gevonden na een toch lange dag op school en opvang.

Na een korte maaltijd snelden ze dan ook vlug weer terug hun instant gefabriceerde nieuwe wereld in. De dierenambulance fungeert als politiebus en de zwarte modelauto, een classic Citroën, staat de hele tijd in de file. Het lot van de automobilist ontgaat de jongste generatie in ieder geval niet. Nu ontgaat die generatie sowieso weinig. De kleinste heeft een aardige neus voor de ontluikende natuur. Nu alles in de aarde weer begint te ontwaken ontpopt hij zich als Freek Vonk van nog geen meter, of een miniatuur Midas Dekkers.

‘Heeeeee kijk een herebeestje’ horen we de babybioloog gehurkt met een priemend vingertje en zijn hoofd tussen de bladeren niet zelden uitroepen. Al fietsend met hem achterop kan ik me er dus ook niet meer gemakzuchtig vanaf maken met een ‘Kijk, wat een mooie bloemen’ als we een bloeiend geel bloembed passeren. ‘Neeheeee papa, dat zijn narcissen’, hoor ik dan afkeurend achter me verzuchten. Hij ziet me niet lachen, terwijl ik weer wat verder wakker word uit mijn winterslaap.

#714 Vrouwen in 2023

Geen huis?
Zoek een rijke vent
Vet goeie grap

Loonkloof?
Interpretatie van feiten
Toondoof

Leiderschap?
Wat een heks
Blijf liever thuis

Mentor nodig?
Kruip bij hem in bad
Echte toewijding

Wangedrag aankaarten?
Eigen schuld, zeik niet
Dat nieuws ben ik nu wel zat

Verkracht?
Gaf je zelf geen aanleiding?
Rokje niet kort?

Mannenwereld, zeg je?
Aanstellerij

Vrouwen zijn gewoon te zacht

Doe mij maar een kerel,
Verliefd op de macht

Boys will be boys
Het zijn nu eenmaal jongens
Zo heb ik het niet bedoeld
Kleedkamerhumor
Maak je niet zo druk

Plaatst ondertussen
Andrew Tate
op een poreus voetstuk

#713 Vuur maken

Vuur leerde hij me maken
In zijn huis, zijn canvas
Zijn domein

Ergens in Frankrijk
Maakte me nog niet druk
Om wereldse zaken

Fijn was gewoon fijn

Soms mis ik wat ik niet ken
Alsof ik mede door hem
Iets, iemand ben

Eerst kranten onderop
Snel fikken
Dun hout daarna, goed mikken
Grote blokken dichtbij
Opwarmen al

Knetteren, knisperen
Warmte vooral

Soms verlang ik
Naar zijn onbekende advies

Over die wereld
Die volwassen dingen
Veel te bespreken

Toen geen besef, niet echt
Van dat verlies

Nieuwsgierig of hij zou genieten
Van mijn kids die zingen
Kletsen, nu al uitgesproken

En of ik het ze wel goed leer
Dat fikkie stoken

Starend in de vlammen
Tijdloos betoverend
Verbonden in de tijd
Die wereld veroverend

Begrijpend lezen

Ooit las ik
Over een man die douchegordijnen en vrouwen stuk sneed

Zelf deed ik dat niet
De schrijver evenmin

Ooit las ik 
Over een clown die kinderen at

Ik kreeg geen honger
De schrijver evenmin

Ooit las ik over een man
Die zijn broer doodsloeg 

Ik zag geen voorbeeld in Kaïn
De schrijvers evenmin

Ooit las ik
Over een man die zijn gefilmde vrouw bekeek
Terwijl ze seks had met honden

Zelf deed ik dat niet
Allebei niet
De schrijver evenmin

Ooit las ik 
Over een militie 
Die moeders verkrachtte
Die baby’s verweesde

Ik werd geen huursoldaat
De schrijver evenmin

Ooit las ik
Over nonnen
Die weeskinderen mishandelden
Het graf in stuurden

Ik werd geen non
De schrijver evenmin

Ik las verder
Terwijl anderen alleen riepen
Vol blinde haat

Moord
Brand

Maak hem dood
Zonder zich te verdiepen

Ik lees verder
Woorden van schrijvers
Om te begrijpen
Hoe zijn we hier beland?