In de Volkskrant vandaag een stuk over een onderzoek van SCP. Dat eens deeltijd altijd deeltijd is. De discussie is aangezwengeld door de beoogde ‘voltijdsbonus’ om het personeelstekort op te lossen. Een Neoliberale climax nu alles om ons heen in elkaar lijkt te storten. Toch weer verzanden in een vorm van ‘meer is beter’. Terwijl de sleutel ligt in minderen. Voltijd werken is niet (voor iedereen) de heilige graal en voor een toekomstbestendige maatschappij waarin we de zorgvuldige balans met onze planeet weer terug vinden al helemaal niet. In minder werken liggen veel oplossingen. Wereldwijd (USA & UK bijvoorbeeld as we speak) vinden er niet voor niets experimenten plaats met een 4-daagse werkweek als ‘fulltime’. Eerste resultaten in veel sectoren (heus niet alle!) zijn veelbelovend. Behoud, of verbetering van productiviteit en meer tijd voor andere zaken in het leven, zo ook bijvoorbeeld: zorg voor en tijd met het gezin.
De focus ligt in het onderzoek van SCP op vrouwen die de zorgtaak vanaf het begin op zich nemen en dit blijven doen zodra die taak vanwege de leeftijd en mate van zelfstandigheid van de kinderen wat minder intensief wordt. Mannen worden hierin weggezet als automatische kostwinner. Een beetje oorzaak en gevolg. Je zou wat mij betreft ook vooral andersom kunnen redeneren. Dit is een systeem wat gecreëerd is. Zoals zovelen. En die systemen helpen ons als collectief te functioneren, maar het lijkt wijs om systemen die al decennialang aan slijtage onderhevig zijn bij het grofvuil te zetten. Vrouwen die van dit systeem los willen komen ervaren ontzettend veel sociale en maatschappelijke weerstand. Dat is ook ingegeven door een ervaring uit eerste hand, want ik heb mijn eigen vrouw hiermee zien worstelen.
Ik deed bijna twee jaar geleden namelijk iets wat vrouwen automatisch geacht worden te doen. Een paar maanden na de geboorte van onze zoon, terwijl onze oudste, onze dochter, ook pas 2 was en volledige zorg en aandacht nodig had, we aan huis gekluisterd waren vanwege Corona, ingegeven door onbalans in alle zorg voor die twee thuis én allebei te blijven werken, vanwege slaapgebrek omdat zorg ook ‘s nachts doorgaat, vanwege een mismatch met de ‘traditionele’ rolverdeling man/vrouw: ik nam ouderschapsverlof. Ik werkte een half jaar de helft minder (van vier naar twee dagen, ik werkte dus al ‘deeltijd’) om meer te kunnen zorgen voor de kids en een klein beetje voor het huis (want: dat deden we nog altijd samen, zij zelfs wat meer dan ik, dat veranderde maar weinig). En wat blijkt, ik word in die periode zowat op het schild gehesen. Alsof ik een held ben. Dat ben ik niet, nooit geweest en de opmerkingen die ik daarover kreeg toen, hebben me altijd innerlijk ineen doen krampen. Vooral omdat het voor mijn gevoel volledig andersom was. Mijn vrouw was de held hier. Zij zocht naar zichzelf tegen alle maatschappelijke constructen in. Sámen zochten we naar een wijze waarop de ouderrol ons allebei goed zou passen en niet slechts een van ons.
Mijn vrouw deed namelijk wat veel mannen zonder nadenken doen en werd kostwinner, maar bleef zich tegelijkertijd innerlijk verplicht voelen om het huishouden te blijven runnen. Terwijl ik daar tijd voor had. Ik ging de helft werken, maar kan achteraf concluderen dat ik beter helemaal had kunnen stoppen in die intensieve periode. Dat had in onze situatie nog veel beter gewerkt en had tegelijkertijd mijn plezier in werk an sich ten goede gekomen denk ik. Want dat ik ooit weer meer zou gaan werken stond aan het begin eigenlijk al wel vast. Nu had ik tijdens de verlofperiode van zes maanden vaak het idee dat ik aan alle kanten tekort schoot. Alles precies niet goed genoeg deed. Een gevoel wat werkende moeders dus wellicht zo’n beetje altijd hebben.
Normaliseer werkende vrouwen (voltijd en deeltijd) en zorgende vaders (voltijd en deeltijd). Het dogma van de zorgende vrouw en werkende man zit diep in onze samenleving, maar gaat steeds meer mank. Spastische bewegingen zoals nu, met iets van een voltijdsbonus, werken denk ik alleen averechts en zelfs in zekere mate discriminerend, maar zijn logische stuiptrekkingen van een bijna failliet systeem. De oplossing zit niet in stimulerende maatregelen die vrouwen bewegen naar meer werk, zonder vanaf het begin een maatschappelijke oplossing te bieden voor de zorgtaken. Maar juist in stimulerende maatregelen meer op te treden als een gezin in balans. In iedere levensfase van datzelfde gezin. Dat betekent dus ook stimulerende maatregelen voor vaders die meer willen zijn dan kostwinner en de gezellige speelkameraad in het weekend, maar zich ook gevangene van het systeem voelen. En dat betekent ook dat er altijd mannen én vrouwen blijven die deze rol wél heel goed past. Er is geen one size fits all.
Lees hier het artikel in de Volkskrant.
Vind ik leuk:
Like Laden...